Burgerschap moet beter! Maar hoe?
Vorige week woonden we de conferentie ‘Burgerschap in het onderwijs’ bij. Hier werden de resultaten gepresenteerd van de International Civic and Citizenship Education Study 2016 (ICCS 2016), een internationale studie waarbij de ontwikkeling van burgerschapscompetenties van leerlingen in het middelbaar onderwijs in 23 landen met elkaar werd vergeleken. En wat bleek? Nederland blijft achter.
Inmiddels heeft het kabinet gereageerd en zij zijn het eens met deze conclusie. Want hoewel de kennis van Nederlandse leerlingen rond het internationale gemiddelde liggen, is het niveau lager dan in Scandinavië en België. Ook de onderzoekers concludeerden dat het beter moest met het burgerschap in Nederland. Dan moet wel de burgerschapsopdracht duidelijker worden geformuleerd en vastgelegd, wat Arie Slob nu ook heeft beloofd.
Na de presentatie van het onderzoek gingen experts in workshops in gesprek met het mensen uit de praktijk over het thema burgerschap, of presenteerden hun belangrijkste bevindingen. Wat viel ons op? Wij delen onze gedachtes over deze inspirerende middag!
‘Niet alles is bespreekbaar’
Daphne van Breemen, trainee-onderzoeker burgerschap: ‘Dat het voor veel docenten en scholen lastig is om burgerschapsvorming een goede plek in het onderwijs te geven, bleek ook tijdens de workshop Bouwstenen voor een curriculum burgerschap van SLO. Elke school heeft een ander idee van burgerschapsvorming en vult deze opdracht anders in. Zo zei een docent tijdens de workshop: “Als ik naar het burgerschapsonderzoek van de UvA kijk, dan concludeer ik dat de onderzoekers een ander idee van burgerschapsvorming hebben dan wij als school in Etten-Leur.” Het is maar net waar de school de nadruk op legt: op democratische waarden, persoonsvorming of bijvoorbeeld participatie in de samenleving.
Een andere vraag waar docenten tijdens deze workshop mee worstelden: hoe maak je burgerschapsvorming vakoverstijgend? Niet alle docenten hebben hier zin in, want zij geven prioriteit aan hun eigen vak. Ook zei een docent dat sommige collega’s burgerschap in de klas niet durven te bespreken. “Ze zijn bang dat alles meteen op sociale media terechtkomt.”’
‘Voor het meten van een “houding” heb je niets aan gewoon toetsen’
Anke Brokerhof, directeur Creathlon:
‘Hessel Nieuwelink (HvA) ging dieper in op de vraag wat scholen kunnen doen. Hij liet zien wat werkt: het voeren van een dialoog, het belang van een open en veilig klassenklimaat en een actieve participatie van leerlingen. Een voorwaarde daarbij is wel dat burgerschap structurele aandacht. Nieuwelink pleit daarom voor een structureel lesaanbod waarin rechtvaardigheid, solidariteit, diversiteit en discriminatie een grote rol spelen: "We moeten de wereld de school binnenhalen.”
Remmert Daas van de UvA promoveert binnenkort op het omgaan met verschillen. In zijn workshop ging het over de vraag hoe je nu weet of je een goede les hebt gegeven. Summatief toetsen – waarbij gekeken wordt of een leerling de stof beheerst – is geschikt als het om kennis gaat, maar niet voor het beoordelen van gedrag of een ‘houding’. Daarvoor is formatief evalueren heel geschikt, waarbij je een leerproces meet.’
‘Naar elkaar leren luisteren is de basis van burgerschap!’
Maxine Herinx, projectleider VO:
‘Ik verzorgde namens Creathlon de workshop Hoe maken we burgerschap samen praktisch?. Met deze workshop gaven we een mooie aanvulling op het academische programma. Allereerst gingen docenten met elkaar in gesprek over wat er goed gaat, want er wordt al behoorlijk veel aan burgerschap gedaan. Het wordt alleen niet altijd uitgesproken, en docenten zijn niet altijd op de hoogte van wat collega’s allemaal (niet) doen. Daar zit ook de crux: voor een schoolbreed programma heb je een gedeelde definitie van burgerschap nodig. Bovendien moeten alle docenten zich aangesproken voelen, prioriteit geven aan burgerschap en is er materiaal nodig om docenten te ondersteunen.
Dat laatste is precies wat wij aanbieden. Daarom heb ik een mini-lesje gegeven uit onze burgerschapstool Goedemorgen!. Met deze tool gaat de docent iedere ochtend kort in gesprek met de klas naar aanleiding van de actualiteit. Met deelnemers ging ik in gesprek over de aanslag op Bataclan, twee jaar geleden. Ik las een deel van de brief van Antoine Leiris voor: “Mijn haat krijg je niet.” Met deelnemers sprak ik over angst en respect voor de houding van Leiris. Maar bovenal luisterden we naar elkaars visie. Volgens mij is dat de basis van burgerschap!’